CS 200.1 (serv.man6) - JBL Car Audio User Guide / Operation Manual. Page 2

Read JBL CS 200.1 (serv.man6) User Guide / Operation Manual online

INSTALLATIE
2
WAARSCHUWING: het luid afspe-
len van muziek in een auto kan uw gehoor
blijvend beschadigen en bovendien het
horen van het verkeer om u heen belemme-
ren; bovendien is het strafbaar. Daarom
raden we u aan op een laag of normaal
niveau af te luisteren in uw auto. JBL ac-
cepteert geen aansprakelijkheid voor ge-
hoorbeschadiging, letsel of andere schade
veroorzaakt door gebruik of misbruik van dit
product.
BELANGRIJK: Om een optimaal
resultaat met uw JBL CS Serie versterkers
te krijgen, raden we u dringend aan de
installatie over te laten aan een gekwalifi-
ceerde technicus. Bijgaande aanwijzingen
laten zien hoe CS versterkers in principe
wordt geïnstalleerd, maar niet in detail hoe
dat in uw specifieke auto dient te gebeuren.
Wanneer u niet beschikt over de noodzake-
lijke kennis en/of gereedschappen, laat het
dan aan een vakman over. Vraag zonodig uw
geautoriseerde JBL car-audio dealer om
advies over professionele installatie.
AANWIJZINGEN EN TIPS
ROND DE INSTALLATIE
• Gebruik bij de installatie altijd een veilig-
heidsbril.
• Schakel alle audiosystemen en overige
elektrische apparaten uit voor u begint.
Maak voor u begint de minpool (-) van de
accu los.
• Controleer aan beide zijde van de voorge-
nomen plaats of de ruimte vrij is voordat u
gaten gaat boren of schroeven indraait.
Bedenk dat de schroeven achter het plaat-
werk uitsteken.
• Controleer of schroeven en draden niet in
conflict komen met remleidingen of brand-
stofleidingen en dat de bedrading op geen
enkele wijze de veiligheid in gevaar brengt.
Wees uiterst voorzichtig bij zagen of boren
in de auto.
• Voordat u gaat zagen of boren met een
scherp mes bekleding en dergelijke verwij-
deren om te voorkomen dat de boor vast-
loopt.
• Bij het leggen van de bedrading signaalka-
bels uit de buurt houden van voedings- en
luidsprekerkabels.
• Bij het maken van elektrische verbindingen
controleren of ze goed verbonden zijn en
afdoende geïsoleerd.
• Wanneer de zekering van de versterker
vervangen dient te worden altijd hetzelfde
type en dezelfde waarde nemen als die
van het origineel.
KIEZEN VAN EEN PLAATS
VOOR DE VERSTERKER
Monteer de versterker op een plaats waar
deze niet wordt beschadigd door voeten van
de achterpassagiers of schuivende lading in
de kofferruimte. Versterkers hebben koeling
nodig. Wordt de versterker in een afgesloten
ruimte ondergebracht, zorg dan voor vol-
doende ventilatie voor de koeling.
Bij montage onder een stoel er op letten dat
het stoelmechanisme niet gehinderd wordt.
Let er op dat de versterker stevig vast zit.
Zorg er ook voor dat de versterker droog
blijft – nooit monteren in het motorcomparti-
ment of in de open lucht.
VOEDINGSAANSLUITINGEN
De CS versterkers kunnen een extreem
groot vermogen leveren en vereisen een
solide en betrouwbare verbinding met het
elektrisch systeem om tot optimale presta-
ties te komen. Zie afbeelding 1 voor de juiste
aansluitingen. Houd u daarom zorgvuldig
aan onderstaande instructies:
Massa Verbinding
Verbind de massa-aansluiting (GND) met
een blank en stevig punt op het chassis van
de auto, zo dicht mogelijk bij de versterker.
Raadpleeg de tabel hieronder om de draad-
dikte te bepalen. Schraap eventueel verf
weg en gebruik een ster revet om goed
contact te maken.
Voedingsaansluiting
Verbind een kabel (zie tabel voor de juiste
dikte) direct met de plus van de accu en
neem daarin een zekeringhouder op binnen
50 cm van de accu. Breng de zekering nog
niet aan. 
Leg de kabel naar de plaats van de
versterker en sluit deze aan op de plus pool
(+12 V) van de versterker. Gebruik vooral
rubber tulen bij het doorvoeren van de kabel
door plaatwerk of door het brandschot. Zon-
der die bescherming van de positieve kabel
kan gemakkelijk brand ontstaan. 
Pas wan-
neer u helemaal klaar bent met aansluiten
brengt u de 40A zekering in de houder aan.
Afstandsbediening
Verbind de aansluiting voor afstandsbedie-
ning (REM) van de versterker met de Remo-
te Turn-On aansluiting van de autoradio.
Gebruik een kabel van minimaal 1 mm
2
.
Opmerking: Heeft deze geen inschakelcon-
tact, verbind deze stuuraansluiting (REM)
van de versterker dan met het accessoire-
contact van de auto.
Luidspreker Verbindingen
Zie de volgende pagina’s voor meer informa-
tie over de luidsprekerverbindingen. Gebruik
minimaal 1,5 mm
2
kabel voor deze verbindin-
gen.
Draadtabel
Versterker-
Maximale
Minimum 
type
Stroom
Draaddikte
CS50.4
40A 
10mm
2
CS200.1
42A 
10mm
2
Bij deze tabel is uitgegaan van kabellengten
van 1,5 tot 2,5 meter. Zou de benodigde
lengte groter zijn, pas dan de dikte dienover-
eenkomstig aan: hoe langer hoe dikker.
Afbeelding 1. Aansluitpaneel.
Nederlands
Page of 4
Display

Click on the first or last page to see other CS 200.1 (serv.man6) service manuals if exist.