HK 3270 (serv.man3) - Harman Kardon Audio User Guide / Operation Manual. Page 14

Installatie en verbindingen

12

NEDERLANDS

Denk om de juiste polariteit bij het
verbinden van de draden met de luid-
sprekers. Denk eraan dat u de ‘negatieve’ of
‘zwarte’ draad met dezelfde aansluiting op
de receiver en luidsprekers moet verbinden.
Ook de ‘rode’ of ‘positieve’ draad moet
worden verbonden met de corresponde-
rende aansluitingen op de HK3270 RDS en
de luidspreker.

We raden u ook aan om ervoor te zorgen
dat de lengte van de snoeren die u gebruikt
om luidsprekerparen aan te sluiten
hetzelfde is. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde
lengte snoer om de linker en rechter
luidsprekers aan te sluiten, zelfs als de
luidsprekers op een verschillende afstand
van de HK3270 RDS staan.

N.B.: hoewel de meeste luidsprekerfabri-
kanten zich houden aan de industriële
standaard voor het gebruik van zwarte
aansluitingen voor negatief, en rode voor
positief, wijken sommige fabrikanten af
van deze configuratie. Om een juiste
fasering en een optimale prestatie te
garanderen moet u het identificatieplaatje
op uw luidspreker of de handleiding van
uw luidsprekers raadplegen om de
polariteit te bevestigen. Als u niet zeker
bent van de polariteit van uw luidspreker
kunt u uw dealer om advies vragen
voordat u verder gaat, of contact opnemen
met de fabrikant van de luidspreker.

Voer onderstaande stappen uit om de
luidsprekers aan te sluiten:

1. Sluit de hoofdluidsprekers aan op de
aansluitingspunten 

fl

.

2. Sluit een tweede set luidsprekers, of
luidsprekers die zich in een andere ruimte
bevinden, aan op de aansluitingspunten

‡

.

3. Wanneer een optionele, actieve
subwoofer gebruikt wordt, dient u de
uitgangen van de 

bussen 

fi

te verbinden met de lijnniveau-

ingangen van de subwoofer. Wanneer de
versterker van de subwoofer een stereo-
ingang heeft, dient u onderlinge
verbindingen aan te leggen vanaf beide
bussen. Wanneer de subwoofer alleen een
mono-ingang heeft, de onderste bus
gebruiken voor de aansluiting. Wanneer
een passieve subwoofer wordt gebruikt,
dienen deze aansluitingen te worden
gemaakt met de optionele versterker die de
subwoofer voedt.

De HK3270 RDS is ontworpen voor een
flexibel gebruik met externe regelings-
componenten en versterkers. Deze
verbindingen zijn makkelijk te maken
tijdens de eerste installatie, of op een later
moment mocht u uw systeem gaan
verbeteren.

Uitbreiding afstandsbediening
Als de receiver wordt geïnstalleerd in een
kast met een matglazen of ondoorzichtige
deur, is het mogelijk dat de afstands-
bedieningssensor hierdoor geen signalen
meer kan ontvangen. In dit geval kunt 
u een optionele afstandsbedieningssensor
gebruiken. Verbindt de uitgang van
afstandsbedieningssensor met de

¢

.

Als andere componenten ook geen
signalen van de afstandsbediening kunnen
ontvangen heeft u slechts een sensor
nodig. De andere componenten kunnen
deze sensor gebruiken door een verbinding
te maken van de 

∞

naar de afstandsbediening-

ingang op een Harman Kardon of ander
compatibel apparaat.

Aansluitingen met een externe
eindversterker
Indien gewenst kan in plaats van de interne
eindversterker van de HK3270 RDS  een
optionele externe versterker worden gebruikt.

Om een externe eindversterker aan te sluiten,
dient u eerst de jumper-pinnen te
verwijderen waarmee de 

›

en 

‹

bussen op het achterpaneel

zijn aangesloten. Bewaar de jumpers op een
veilige plaats voor het geval u ze later nodig
mocht hebben.

Gebruik audioverbindingskabels van hoge
kwaliteit om de 

bussen 

›

aan te sluiten op de ingangsbussen op uw
eindversterker. Verzeker u ervan dat de
rechter uitgang is verbonden met de rechter
ingang en de linker uitgang met de linker
ingang.

Wanneer er een externe eindversterker wordt
gebruikt, hoeven er geen speciale
afstellingen te worden uitgevoerd. De
volumeregeling en andere afstellingen
worden uitgevoerd op het
standaardvoorpaneel of op een
afstandsbediening.

Netstroomverbindingen
Dit apparaat is uitgerust met twee extra
stroomuitgangen. Deze kunnen worden
gebruikt om apparaten van stroom te
voorzien, maar ze mogen niet worden
gebruikt met apparatuur waarvoor een grote
stroomtoevoer nodig is, zoals versterkers. De
totale stroomafname mag niet meer dan
100W per uitgang zijn.

Deze 

°

staat alleen onder stroom als

het apparaat aanstaat. Dit is aanbevolen
voor apparaten die geen aan/uitschakelaar
hebben, of een mechanische
aan/uitschakelaar die in de ‘AAN’ stand kan
blijven staan.

N.B.: apparaten met elektronische
aan/uitschakelaars kunnen in de stand-by
stand gaan als ze hierop worden
aangesloten.